afb.
Geboren 12 december 1918 's-Hertogenbosch
Gesneuveld 10 mei 1940 Kessel (Limburg) Begraven te Neer (Limburg) Dpl. Miltr. 2 Comp. 3-Batt. 41 R.I. Korte levensbeschrijving van H.J.M. van DintherAdrianus, Johannes, Maria, van Dinther werd geboren te 's-Hertogenbosch den 12den december 1914. Na eerst de Aloysiusschool te hebben doorgemaakt hij de Fraters is hij 3 jaar in Valkenburg op kostschool geweest en nadien 3 jaar op Ruwenberg te St. Michiels-Gestel.
Met zijn 15de jaar ontving hij zijn opleiding als banketbakker in de zaak van zijn vader. Student zat er niet in en veel liefde voor het banketbakkersbedrijf bezat hij evenmin. Hij deed liever knutselwerk, hij kon goed timmeren en voelde veel voor machinerieën. Hij heeft zelfs met zeer goed gevolg een paar zeil-kano's gebouwd, welke tot in de kleinste bijzonderheden nauwkeurig waren afgewerkt. Hijzelf was ook een liefhebber van de watersport en was een goed zeiler en een sterke zwemmer die geen vrees kende op het water.
Toen in Nederland de algeheele mobilisatie werd afgekondigd bevond hij zich aan boord van een schip dat toebehoorde aan een neef die zich toen met zijn schip in België bevond met het gevolg, dat hij eerst den 12den september in Holland aankwam om zich direct voor den dienst te melden bij de Generale Staf te 's-Hertogenbosch. Hij werd 13 september naar Den Haag gezonden alwaar hij heeft gediend en nadien te Roermond en te Neer.
Bij het uitbreken van den oorlog 10 mei 1940, was hij in Neer (Limburg) en toen de commandant vrijwilligers vroeg, gaf hij zich direct als eerste vrijwilliger op om kazemat No. 56 te bezetten te samen met een sergeant en soldaat. Hij is toen direct op een fiets gesprongen om de aangewezen kazemat zoo spoedig mogelijk te bezetten.
Hij was de eenige soldaat welke in deze kazemat en ook verder in Neer gesneuveld is. Er waren daar in de omgeving 7 van deze kazematten doch in de andere 6 kazematten zijn geen militairen ter verdediging geweest. Hij kreeg des morgens om 9 1/2 uur een hoofdwonde in deze kazemat terwijl hij met succes de mitrailleur bediende. Hij is gevonden en verbonden geworden door het Duitsche militaire roode kruis personeel en heeft nog geleefd tot des avonds half 6. Toen hij gestorven was hebben de Duitsche militairen hem daar ter plaatse in uniform in een provisorisch graf begraven.
Den 20sten mei is zijn vader H. A. van Dinther met zijn broer naar Neer gefietst en hebben zij hem laten opgraven en in een kist laten leggen om verder begraven te worden op het R.K. kerkhof te Neer.
De gemeentenaren van Neer, waar hij bekend stond als „de kleine piot” en sergeant Nieuwenkamp van den opbouwdienst hebben gemeend hem een eerbewijs te moeten geven van blijvenden aard daar hij de eenige soldaat was die hier verdedigd had zooals het moest, want van te voren had hij te kennen gegeven, dat hij nooit zou wijken al kwamen alle Duitschers op hem af.
Er is daar in Neer door bovengenoemde menschen geld bijeen gebracht waarvan op 23 februari 1941 een monument kon worden onthuld bij welke gelegenheid zijn vader en schoonzoon oud-militair Appel aanwezig zijn geweest.
Het monument stelt voor een miniatuur kazemat van marmer waarop de origineele Nederlandsche Helm is aangebracht.
Het was een kleine doch zeer treffende plechtigheid.
Gegeven te 's-Hertogenbosch 1 april 1941 namens H.A. van Dinther, J. ROETERS. | 7 |
Documentatie betreffende gesneuvelde Bosschenaren (1947) 7
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 374-375